De grondslagen en assumpties beschrijven welke uitgangspunten het bestuur hanteert om de ontvangsten en uitgaven te ramen. Dit laat toe om de financiële nota van het meerjarenplan correct te beoordelen. Hieronder worden de belangrijkste grondslagen en assumpties opgesomd.

Ontvangsten

Terug naar navigatie - Grondslagen en assumpties - Ontvangsten

Aanvullende personenbelasting 

De ramingen van de FOD Financiën van 23 en 25 september 2025 werden overgenomen. 

 

Opcentiemen onroerende voorheffing 

Rek 2024 € 9.300.000 
Budget 2025 € 9.501.000
Budget 2026 € 12.880.000
Budget 2027 € 13.293.000
Budget 2028 € 13.737.000
Budget 2029 € 14.057.000
Budget 2030 € 14.394.000
Budget 2031 € 14.744.000

 

De jaarlijkse raming van de Vlaamse belastingdienst (oude aanslagvoeten) werd niet overgenomen, de geraamde groeipercentages werden wel gebruikt voor de raming van de ontvangsten opcentiemen onroerende voorheffing (OOV).

Vanaf 2026 verhogen we de tarieven van de opcentiemen onroerende voorheffing (minimumtarief verhoogt van 690 naar 860 opc.) en voeren we een differentiatie in waarbij de hogere belastbare kadastrale inkomens belast worden met een hogere aanslagvoet. 
Voor de becijfering van de impact van deze belastingverhoging liet het bestuur zich bijstaan door een consultant. De bijkomende ontvangst voor 2026 wordt geraamd op € 2.880.000.  

Daarnaast startte de gemeente in februari 2024 in samenwerking met IGEAN met controles op de kadastrale inkomens waarbij 1.255 woningen onderzocht worden. Deze controles richten zich op de aanwezigheid van comfortelementen en volume-uitbreidingen. Aan het einde van het derde kwartaal 2025 waren 721 controledossiers van de 1.255 afgewerkt en werd er door de administratie MEOW (Metingen en Opwaarderingen) voor 416 woningen een nieuw kadastraal inkomen betekend. We verwachten dat alle woningen gecontroleerd zullen zijn einde 2027. Daarna worden de controles verdergezet met de focus op langlopende bouwvergunningen. Dit zal de volgende jaren tot een bijkomende stijging van de opcentiemen onroerende voorheffing leiden. 
 
Dit zijn twee wijzigingen die het moeilijker maken om de ontvangsten OOV voor de volgende jaren nauwkeurig te ramen.  

 

Opstart Diftar voor restafval, najaar 2026

Vanaf september 2026 starten we met de ophaling van restafval met bakken en een gedifferentieerde tarifering. De ophaling met restafvalzakken wordt stopgezet.  

Deze nieuwe werkwijze vraagt een gedragswijziging van de burger en heeft impact op verschillende grote inkomsten en uitgaven, zoals de bijdragen van de burgers en de uitgaven aan afvalophaling en verwerking. Het eerste doel is tot afvalreductie te komen, beter te sorteren en de vervuiler te laten betalen. Daarnaast heeft dit een positief effect op de gemeentefinanciën. 

Uitgaven

Terug naar navigatie - Grondslagen en assumpties - Uitgaven

Personeelskosten 

In het kader van het opstellen van het meerjarenplan is een gedetailleerde raming van de personeelskosten uitgevoerd per team en per functie, over een periode van zes jaar. Deze ramingen worden jaarlijks bijgestuurd. Als basis voor de ramingen is gewerkt met berekeningen op basis van de huidige personeelsbezetting en de reeds gekende wijzigingen in de toekomst en daarop een jaarlijkse indexering van 2%. Extra indexsprongen of andere externe factoren die een impact hebben op de evolutie van de personeelskosten (bv. verhoging maaltijdcheques), kunnen op lange termijn niet met zekerheid worden ingeschat. 

Om tot een structureel financieel evenwicht van het meerjarenplan te komen, is een grondige analyse van de personeelskosten uitgevoerd. Hierbij zijn er beleidskeuzes gemaakt die leidden tot besparingen binnen verschillende afdelingen en diensten. Deze besparingen zijn ook al in de personeelsbudgetten doorgerekend. Onderstaande tabel en grafiek geven een overzicht van de verdeling van de voorziene besparingen per dienst en team en de impact op en evolutie in de personeelsbezetting binnen het MJP 2026-2031. 

 

Evolutie aantal VTE MJP 2026-2031 

Gemiddeld aantal VTE/ jaar              2024 

2025 

2026 

2027 

2028 

2029 

2030 

2031 

227,61 226,83 213,77 210,51 209,92 208,82 206,82 205,82

Bestuur en Beleid 

11,5 11,5 10 10 10 10 10

Algemeen directeur 

1 1 1 1 1 1 1

Financieel directeur 

1 1 1 1 1 1 1

Financiële dienst  

7 7 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5

Beleidscel 

2 2 2 2 2 2 2

Noodplanning 

0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5

Afdeling Ondersteuning 

36,57 33,11 32,61 32,41 31,31 31,31 30,31

Teammanager 

1 1 1 1 1 1 1

P&O 

4,6 4,6 4,6 4,6 4,6 4,6 4,6

Secretariaat 

2 2 2 2 2 2 2

Informatiebeheer 

1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5

Onthaal 

3,7 3,5 3,5 3,5 3,5 3,5 3,5

Communicatie en onthaal 

3,6 3 3 3 3 3 3

ICT 

3 3 3 3 3 3 3

Aankoop & overheidsopdrachten 

1,5 1,5 1 1 1 1 1

Vrijwilligerswerking 

1 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5

Gemeenschapswacht 

1 1 1 1 1 1 1

Schoonmaak 

13,67 11,51 11,51 11,31 10,21 10,21 9,21

Afdeling Burger & Welzijn 

79,91 78,01 78,01 77,82 77,82 77,82 77,82

Teammanager 

1 0 0 0 0 0 0

Burgerzaken 

6,69 6,69 7,69 7,5 7,5 7,5 7,5

Huis van het Kind 

1,8 1,8 1,8 1,8 1,8 1,8 1,8

KDV Algemeen 

1,25 1,25 1,25 1,25 1,25 1,25 1,25

KDV 't Wisterke 

8,5 8,5 8,5 8,5 8,5 8,5 8,5

KDV 't Brugske 

9,57 9,67 9,67 9,67 9,67 9,67 9,67

Sociale dienst 

16,2 16,2 15,2 15,2 15,2 15,2 15,2

Wonen 

1,8 1,8 1,8 1,8 1,8 1,8 1,8

Zorg - Administratie 

6,6 5,6 5,6 5,6 5,6 5,6 5,6

Zorg - Gezinszorg 

14 14 14 14 14 14 14

Zorg - Schoomaakhulp 

12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5

Afdeling Samenleven en vrije tijd 

39,85 35,35 34,09 33,89 33,89 33,89 33,89

Teammanager 

1 1 1 1 1 1 1

Academie 

0,26 0,26 0 0 0 0 0

Bibliotheek 

6,92 6,42 6,42 6,42 6,42 6,42 6,42

BKO 

9 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 5,5

Uitbating vrijetijdscentra 

13,5 13,5 13,5 13,3 13,3 13,3 13,3

Vrije tijd 

9,17 8,67 7,67 7,67 7,67 7,67 7,67

Afdeling Omgeving 

59 55,8 55,8 55,8 55,8 53,8 53,8

Teammanager 

1 1 1 1 1 1 1

Omgeving 

9 8,8 8,8 8,8 8,8 8,8 8,8

Technische dienst - Administratie 

7 6 6 6 6 4 4

Technische dienst - Groen 

21,5 20,5 20,5 20,5 20,5 20,5 20,5

Technische dienst - Patrimonium 

11 10 10 10 10 10 10

Technische dienst - Wegen en logistiek 

9,5 9,5 9,5 9,5 9,5 9,5 9,5

TOTAAL 

226,83 213,77 210,51 209,92 208,82 206,82 205,82

*VTE totalen per jaar zoals voorzien in personeelsplanning 20/11/X

 

Evolutie aantal VTE MJP 2026-2031 

 

Energiekosten 

In dit meerjarenplan is een investeringsbudget van € 525.000 voor verledding van de openbare verlichting voorzien, wat tot minder verbruik van elektriciteit voor deze verlichting zal leiden. Dit is terug te vinden in het overzicht van de investeringsprojecten: 

 

Investeringsproject 2026/120/7 – Wegenwerken / Openbare verlichting OV – Verledding: € 525.000. 
 
De uitgaven voor het elektriciteitsverbruik van de openbare verlichting werden dan ook met een lichte daling van 5% in 2030 en 10% in 2031 ingeschreven: 

  • 2026: € 250.000
  • 2027: € 250.000
  • 2028: € 250.000
  • 2029: € 250.000
  • 2030: € 237.500
  • 2031: € 225.000

Het bestuur levert inspanningen om het energieverbruik te beperken, we hebben echter geen vat op de prijsevolutie van de energiekosten. 

 

Indexering

Voor de personeelskosten is een jaarlijkse indexering van 2% voorzien, deze is niet voorzien voor de andere werkingskosten. 

De grote belastinginkomsten (APB en OOV) evolueren mee met de index.